Filterinstallatie

Beschrijving

Met de filterinstallatie van de firma ZIRKEL
type QS 40 of QS 50 heeft u voor een
hoogwaardig product gekozen.
Het is aanbevolen deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig te lezen om speciale eigenschappen
en gebruiksmogelijkheden te leren
kennen. De filter heeft als doel het zwembadwater
mechanisch van verontreinigingen te
zuiveren.

Voor een correcte waterbehandeling moeten
er bij het zwembadwater voldoende
waterverzorgingsproducten
(zie aparte aanwijzigingen) gevoegd worden.

Werking van de filter

Het vervuilde zwembadwater stroomt van boven
naar beneden door het zandbed. De vuilpartikeltjes
worden aan het filter-oppervlak en in de bovenste
lagen van het zandbed achtergelaten.
Door de vervuiling van het filterzand stijgt de
filterweerstand. Wanneer een bepaalde
waarde (af te lezen aan de manometer) bereikt is,
moet er “teruggespoeld” worden, d.w.z. wanneer
een normale druk van 0,4 – 0,8 bar stijgt met 0,3 –
0,6 bar. Dit gebeurt met behulp van een 6-wegkraan
door van de “Filter”- naar de “Keerspoel”-stand om
te schakelen.
De precieze keerspoeltijd is sterk afhankelijk van de
vervuilingsgraad. In de regel duurt het spoelen
ongeveer 2 – 3 minuten.
Bij het keerspoelen stroomt het water van onder
naar boven door het filterbed. Het vervuilde
keerspoelwater stroomt naar de riolering. Wanneer men na het spoelen onmiddellijk naar de
“Filter”-stand omschakelt, belanden de vuilpartikeltjes die nog in het filtersysteem zitten, in
het zwembad. Om dit te voorkomen, werd bij de ingebouwde 6-wegkraan een “Naspoel”-
stand voorzien. Hierbij stroomt het water – net als in de “Filter”-stand – van boven naar
beneden door de filter. De nog aanwezige minimale verontreinigingen belanden echter in de
riolering. Men spreekt hier van “Afscheiden van het eerste filtraat”.

Installatie

1. Vaste inbouw :

In de zuigleiding en in de terugloopleiding moet telkens een kogelkraan gemonteerd worden
om de voorfilter van de pomp te kunnen reinigen of herstellingen te kunnen uitvoeren,
wanneer het zwembad gevuld is (bij opstelling van de filter onder de waterspiegel loopt het
water vanuit het zwembad naar de pomp). Voor de leidingen kan met het best buizen van
harde PVC met een buitendiameter van 50 mm gebruiken.

2. Inhangsysteem :

Opstelling van de filter naast een bovengronds zwembad met gebruik van een
inhangskimmer : zuig- en persleiding bestaan hier uit soepele PVC-slangen.

Vullen met kwartszand

1. Spanring en bovenste deel van de filter verwijderen.
2. Onderste deel van de filter voorzichtig met kwartszand 0,4 – 0,8 mm vullen en erop letten
dat er geen onderdelen van het sproeisysteem loskomen of beschadigd worden.
3. Het bovenste deel van de filter terugplaatsen. Zand van de O-ring-dichting en de filterrand
met groef verwijderen. Het bovenste deel zo draaien dat de manometer goed leesbaar is.
4. Spanring opzetten en spanvijzen afwisselend aantrekken, daarbij met een rubber hamer of
een stuk hout lichtjes kloppen op de spanring.

Inwerkingstelling

1. Voordat de filter in gang gezet kan worden, moeten er bij het zwembadwater voldoende
waterverzorgingsproducten ( ABC voor een moeiteloze reiniging en correct onderhoud van
het water van uw zwembad”) gevoegd worden.
2. Vul de circulatiepomp met water. Wanneer de filter zich lager dan het wateroppervlak van
het zwembad bevindt, zal de pomp na het openen van de kogelkraan (alleen bij een
ingebouwde skimmer) automatisch met water gevuld worden.
Opgelet ! Zet de kogelkraan van de toevoer- en die van de terugvoerleiding open. Wanneer
de filter zich boven de waterspiegel bevindt, wordt de pomp via de voorfilter gevuld. Laat de
pomp nooit zonder water draaien, want bij “drooglopen” kan de pompdichting beschadigd
worden.
3. Druk de hendel van de 6-wegkraan zo ver dat men hem kan draaien. Zet hem in de
“Keerspoel”-stand. Zet de pomp aan en laat hem ongeveer een halve minuut draaien. Zo
worden eventuele vuilpartikeltjes uit het filterzand verwijderd. Zet de pomp weer af.
4. Zet de 6-wegkraan in de “Filter”-stand. Zet de pomp aan. Met behulp van de manuele
ontluchting aan de bovenkant van de filter (draai de schroef los) kan de lucht snel uit de filter
ontsnappen.
5. Controleer alle buizen, aansluitingen en de filter op dichtheid. Regel ze eventueel bij.

De 6-wegkraan

Stand 1 “Filteren” (FILTERN-FILTRATION)

Het water stroomt vanuit het zwembad door de filter en loopt gereinigd weer terug naar het
zwembad. Dit is de normale stand om het zwembad te filteren.

Stand 2 “Keerspoelen” (RÜCKSPÜLEN-LAVAGE)

In deze stand wordt het filterzand circa 1 tot 2 minuten gereinigd. Het water stroomt vanuit
het zwembad door de filter van onder naar boven en neemt alle vuil in de filter mee naar de
riolering.
Stand 3 “Naspoelen” (NACHSPÜLEN-FILTRE-EGOUT)

Het water stroomt van het zwembad door de filter van boven naar onder en neemt dan het
laatste vuil van de filter mee naar de riolering. Duur circa 10 tot 20 seconden.

Stand 4 “Leegmaken” (ENTLEEREN-EGOUT)

Het water stroomt vanuit het zwembad rechtstreeks naar de riolering (de filter wordt
overgeslagen).
Deze stand dient om het zwembad leeg te maken, in zoverre een bodemput is ingebouwd.

Stand 5 “Circulatie” (ZIRKULIEREN-CIRCULATION)

Het water stroomt vanuit het zwembad door de 6-wegkraan (de filter wordt overgeslagen)
terug naar het zwembad.

Stand 6 “Gesloten” (GESCHLOSSEN-FERME)

De 6-wegkraan wordt afgesloten. bijv. bij reparaties

 

 

 

 

 

Dagelijkse werktijd

Het zwembadwater moet elke dag (24 uur) 2 maal door de filter gestuurd worden.
Voorbeeld : zwembadinhoud 50 m³, filtervermogen 13 m³/u.
2 x zwembadinhoud in m³ 2 x 50 m³
Dagelijkse werktijd in uren = ———————————- = ————- = 8 uur
filtervermogen in m³ 13 m³/uur

Keerspoelen

De filter moet altijd “keergespoeld”, dus gereinigd worden, wanneer de manometer aan de
filter een bepaalde waarde aangeeft (geel of rood). Dit moet sowieso minstens eenmaal om
de twee weken gebeuren.
1. Schakel de pomp uit en zet de 6-wegkraan op “Keerspoelen”.
2. Zet de pomp aan en spoel ongeveer 2 tot 3 minuten terug.
3. Zet de pomp af. Zet het ventiel in de “Naspoel”-stand. Zet de pomp vervolgens
opnieuw aan. Laat 10 tot 20 seconden naspoelen. In deze stand stroomt het water, net als in
de “Filter”-stand van boven naar beneden door de filter. De nog aanwezige fijne vervuiling
komt echter in de riolering terecht.
4. Zet de pomp af. Zet de 6-wegkraan in de “Filter”-stand. Zet de pomp aan.

Bij overdekte zwembaden blijft de vuilproductie zeer beperkt. Toch moet er om de14 dagen
keergespoeld worden, hoe klein de drukstijging ook is. Het terugspoelen gaat altijd met
waterverlies gepaard. Er moet dus water bijgevuld worden.

Onderhoud van de filter

Zandfilters hebben de neiging, zeker bij hard water, te “verkorsten”. Daarom is het
noodzakelijk het filterzand jaarlijks te controleren en eventueel te vervangen. Gebruik alleen
gewassen fijn zand met een korreling van 0,4 tot 0,8 mm.

Overwinteren

Wanneer de filter niet in een vorstvrije ruimte opgesteld staat, moet men het water via ventiel
18 uit de filter laten lopen.

Stofzuigen van de bodem

Afhankelijk van de vuilafzetting moet de bodem van het zwembad regelmatig met de
bodemstofzuiger gestofzuigd worden. Nadien altijd keerspoelen.
Opmerking : Het vuil dat van de bodem van het zwembad opgezogen wordt, passeert door
de zandfilter.
Extreem kleine deeltjes, colloïde verontreinigingen en algenafzettingen kunnen met een puur
mechanische filter niet weg gefilterd worden. Organische verontreinigingen en algenvorming
moeten daarom vóór het stofzuigen met chloorgranulaat geoxydeerd worden. Vuilpartikeltjes
die niet door de filter opgenomen worden, moeten afgeleid worden. Zet de 6-wegkraan in de
“Ledig”-stand.
Opmerking : Bodemstofzuiger zuigt niet.
1. De zuigslang is niet dicht (gat).
2. De slangmof is niet luchtdicht met de slang verbonden. Dit geldt niet voor slangen
met een mof uit één stuk.
3. De zandfilter is sterk vervuild.

Reinigen van de voorfilter

Na elke stofzuigerbeurt en vóór het keerspoelen moet de voorfilter van de pomp, indien
nodig, gereinigd worden. Spoel het gele mandje zorgvuldig uit.

Opgelet !

* De elektrische aansluiting van de pomp met een vaste leiding uitvoeren. In de aansluitkast
op de pomp L, N en aarde aansluiten en de kabel door de aansluitkast doorvoeren.
Vervolgens de leiding aansluiten via een motorbeveiliging. De motorbeveiliging wordt op zijn
beurt aan het stroomnet aangesloten via een aardlekschakelaar.
De ruimte waarin de filterpomp zich bevindt, moet steeds voldoende verlucht
worden.

* De filter wordt zo dicht mogelijk en op gelijk niveau of lager dan het zwembad geplaatst.
De PVC-leidingen van 50 mm moeten voorzien worden van PVC-kogelkranen (vooral indien
de filter lager staat dan het zwembad) : vóór de pomp, op de terugvoer naar het zwembad en
op de afvoer naar de riolering. De leidingen van ø 50 mm moeten steeds op vaste grond
liggen. Leidingen tussen bad en filterinstallatie zijn flexibel dikwandige buizen dia 50mm.
De greppels voor de leidingen moeten 60 tot 80 cm diep zijn, wegens risico van vorst. Indien
voor het water in de filter vriesgevaar bestaat, moet hij in de winterperiode geledigd worden.